Vee-industrie blij, burgers in de kou

11 februari 2014

Vee-industrie blij, burgers in de kou

 Afgelopen vrijdag heeft de meerderheid van de Brabantse politiek ervoor gekozen de belangen van de vee-industrie voorrang te blijven geven boven de belangen van de Brabantse burger. Ondanks alle protesten en acties van burgers die ongerust zijn over hun gezondheid, komen er geen strengere normen voor fijnstof en geen stop op de uitbreiding van de veestapel in overbelaste gebieden. De Brabantse Milieufederatie (BMF) is zeer teleurgesteld over deze gang van zaken bij Provinciale Staten. Ook over de opstelling van de ZLTO in het veehouderijdossier is de BMF niet te spreken.

Tijdens de Ruwenberg-conferentie in februari 2013 is, met alle partijen rondom intensieve veehouderij, de afspraak gemaakt om in Brabant de transitie in te zetten naar een manier van veehouderij die in balans is met de omgeving. De besluiten van Provinciale Staten van afgelopen vrijdag brengen deze duurzame veehouderij niet dichterbij. Integendeel, door onvoldoende maatregelen te treffen tegen het aanvragen van nieuwe uitbreidingsvergunningen geeft de Brabantse politiek grootschalige vee-industrie de kans om door te groeien en neemt het maatschappelijk draagvlak bij de omwonenden alleen maar verder af.

Nol Verdaasdonk, directeur van de BMF, over de opstelling van de ZLTO in het veehouderijdossier: “Deze organisatie zegt wel te willen verduurzamen, maar gaat intussen rustig door met het propageren van een landbouw die in de verste verte niet duurzaam te noemen is. Aanvullende eisen op het gebied van fijnstof worden afgewezen. Een beperking van het aantal dieren per hectare grond is onbespreekbaar, net als een reductie van dieraantallen in de overbelaste gebieden. De ZLTO zegt de zorgen die hiermee samenhangen te delen, maar er wordt niet naar gehandeld”. Het belang van de industriële veesector lijkt daarmee voor de ZLTO boven het belang van de volksgezondheid van de burgers in overbelaste gebieden te gaan.

De BMF ziet zeker perspectief voor landbouw in Brabant, maar alleen niet in de vorm van megastallen. “Al veel te lang worden bodem en water vervuild met mest, antibiotica en bestrijdingsmiddelen. Al veel te lang zitten bewoners in de stank en worden letterlijk ziek van die industrie, dat heeft de Q-koorts ons wel geleerd”, aldus Verdaasdonk, “Nu blijkt dat het onderhandelingsproces dat tot nu toe gevolgd is niet de resultaten oplevert waar de Brabantse burgers op zitten te wachten, zal de BMF alles doen wat in haar mogelijkheden ligt om verdere groei van de vee-industrie te verhinderen”.

Veehouderij die wél op de steun kan rekenen van de BMF houdt rekening met volksgezondheid en dierenwelzijn, is in balans met natuur en landschap en produceert naast echt, gezond voedsel ook schoon water en schone lucht. Duurzame veehouderij dus, precies zoals afgesproken in de Ruwenberg-conferentie. De BMF nodigt díe ondernemers, die de slag naar transitie wél durven aan te gaan, uit voor samenwerking.