Raad van State vernietigt intrekkingsbesluiten; Reconstructieplannen herleven

28 november 2013

Raad van State vernietigt intrekkingsbesluiten; Reconstructieplannen herleven

De Raad van State heeft op 27 november de door de provincie genomen intrekkingsbesluiten van de Reconstructieplannen van Brabant vernietigd.

De Brabantse Milieufederatie had hiertegen beroep aangetekend, omdat reconstructieplannen op grond van art. 11 van de Reconstructiewet verplicht zijn. In de reconstructieplannen was een zonering voor de intensieve veehouderij opgenomen, die in 2010 in de Verordening Ruimte is opgenomen, maar met de nieuwe Verordening Ruimte 2014 wordt geschrapt. Daar was en is de BMF het niet mee eens. De toestand van de natuur, de stankoverlast en de volksgezondheidsproblemen zijn zo ernstig dat de zonering noodzakelijk was en is. Niet alle gemeenten hebben de reconstructieplannen in hun beleid vertaald en de doelen voor natuur, milieu en water zijn nog niet (geheel) gerealiseerd. Omdat de plannen nog een gelding zouden hebben tot 2017 en de uitvoering ervan nog steeds niet is voltooid, hadden de plannen volgens de BMF niet ingetrokken mogen worden.

De Raad van State stelt de BMF en anderen in het gelijk. Volgens de Raad van State is een integraal reconstructieplan wettelijk verplicht voor de mestoverschotgebieden. De Provincie kan die plannen niet algeheel intrekken; dat is in strijd met de Reconstructiewet. Het argument van de Provincie dat zij het reconstructieplan kon intrekken omdat het beleid en de regels eenduidig in de provinciale Structuurvisie en in Verordening Ruimte zijn vastgelegd, vond de Raad van State niet aanvaardbaar. Immers, deze instrumenten op basis van de Wet ruimtelijke ordening, dienen een ander doel en zijn niet aan een reconstructieplan gelijk te stellen. De reconstructiewet verplicht om een plan vast te stellen, uit te voeren en in werking te hebben voor een goede ruimtelijke structuur voor de landbouw, natuur, bos, landschap, water, milieu, recreatie en voor de verbetering van een goed woon-, werk- en leefklimaat. De Wet ruimtelijke ordening gaat alleen over de ruimtelijke structuur en niet over de reconstructie van het landelijk gebied.

Verduurzaming
De BMF is content met de uitspraak, in de eerste plaats omdat met name de extensiveringsgebieden voor de intensieve veehouderij overeind blijven. Daarnaast betekent de herleving van de reconstructieplannen, een herleving van het reconstructiebeleid waarmee gemeenten rekening dienen te houden en waarop burgers zich kunnen beroepen. Denk bijvoorbeeld aan doelen en maatregelen om het aantal stankgehinderden terug te dringen tot 0% van de bevolking. De uitspraak past wat dat betreft bij de afspraken die tijdens de Ruwenbergconferentie zijn gemaakt over verduurzaming van de veehouderij in Brabant.

Een ander voorbeeld is het herstel van de natte natuurparels en de aanpak van de andere verdroogde natuurgebieden. Overheden mogen geen ontwikkelingen toestaan die de doelen voor die gebieden in de weg staan.