Provinciaal Energiebedrijf wordt nieuwe kerntaak?

25 juni 2014

Provinciaal Energiebedrijf wordt nieuwe kerntaak?

In De Kaderbrief 2015-2018 van de provincie wordt verwezen naar de kerntaken van de provincie. En het werk van de Milieufederatie wordt daar niet toe gerekend. Dat is vreemd omdat veel van ons werk gebaseerd is op die kerntaken. Het begrip kerntaak blijft voor de politiek een lastig begrip. Economie, Verkeer & Vervoer en Ruimtelijke Ordening zijn dat bijvoorbeeld wel. Alles wat wij aan die beleidsvelden bijdragen is dat blijkbaar opeens niet meer! Maar wat ons betreft is daar het laatste woord niet over gesproken! 

Kijken we verder naar de inhoud van de Kaderbrief dan zien we niet alleen maar vervelende zaken. Verrassend is het terugkeren van een oude kerntaak in een nieuw jasje.

Een provinciaal bedrijf voor duurzame energie.

We vinden daarover de volgende tekst: Ooit had de provincie 2 bedrijven PEN en PWN. PWN zal een provinciaal bedrijf blijven zolang drinkwatervoorziening als een nutsfunctie beschouwd wordt. Het provinciaal elektriciteitsbedrijf (PEN) is eind vorige eeuw verkocht en opgegaan in NUON waarvan de aandelen in 2009 zijn verkocht. Duurzame energie ontwikkelt zich in relatie tot bijvoorbeeld de reductie van de uitstoot van CO2 onvoldoende. En zonder subsidie komt er te weinig van de grond, en in een te laag tempo. Duurzame energie zou zo snel mogelijk op eigen benen moeten kunnen staan, en onafhankelijk van subsidie een marktpositie moeten krijgen. Het College gaat daarom werken aan een MKBA/Businessmodel om de voor- en nadelen van een nieuw op te richten provinciaal bedrijf in 2016 in kaart te brengen.

Deze ontwikkeling biedt interessante mogelijkheden. Het idee is niet helemaal nieuw, getuige het feit dat we in Noord-Holland al een mooi voorbeeld kennen.

Ruim een jaar geleden richtte de gemeente Haarlemmermeer een duurzaam energiebedrijf op. Hierin werkt de gemeente o.a. samen met woningbouw corporatie IJmere om huizen te voorzien van zonnestroom. Inmiddels draait energieleverancier Tegenstroom BV naar tevredenheid van de gemeente. Dat ziet er goed uit, en dat smaakt naar meer. En dat is mogelijk als we niet alleen gemeentelijk denken, maar provinciebreed.

Inmiddels is de provincie al betrokken bij de ontwikkeling van een warmtenet in de metropool waarbij restwarmte van AEB wordt gebruikt om woningen te verwarmen. Ook de komst van een groot datacentrum, dat gekoppeld wordt aan de tuinbouwbedrijven op Agriport is een ontwikkeling die in breder perspectief kan worden geplaatst. Evenals het gebruik van de restwarmte van TATAsteel.

Maar er is nog veel meer te verbinden als we de provincie van energie willen voorzien. Zo zijn er meerdere biovergassers in de provincie die in het plaatje moeten worden meegenomen en natuurlijk de windsingels in Wieringermeer om nog een grote leverancier te noemen.
En laten we met nadruk niet de lokale initiatieven vergeten, waarbij door wind of zon energie wordt opgewekt.

Er zijn nog veel mogelijkheden om duurzame energie op te wekken en aan te wenden, maar voordat dit gebeurt, heb je volgens ons eerst iets anders nodig en dat is visie ontwikkeling. Waar wil je met de duurzame energieopwekking naar toe? Wat is de stip op de horizon? Die visie zou kunnen zijn: hoe kunnen we de provincie zelfvoorzienend maken op het gebeid van energieopwekking en levering. Dan moet je ook weten wat er allemaal al gebeurt op dit gebied en witte vlekken gaan inventariseren. Over pieken en dalen wordt al nagedacht, maar ook opslag is een vereiste. Daarbij is ook het opstellen van een ruimtelijk kader voor duurzame energie van belang: waar doe je wat, in welke mate en waarom daar?

De laatste zinsnede van het College in de kaderbrief waarin staat dat er gewerkt gaat worden aan een MKBA/Businessmodel om de voor- en nadelen van een nieuw op te richten provinciaal bedrijf in 2016 in kaart te brengen, is volgens mij niet de goede insteek.

Dat moet zijn: de provincie onderzoekt in welke mate NH zelfvoorzienend kan worden in de energiestroom. Uitgaande van de energie behoefte nu en in de toekomst, maakt ze een inventarisatie van de huidige bronnen en initiatieven, inventariseert de witte vlekken en onderzoekt de mogelijkheden om gelijkmatig energieaanbod te kunnen leveren (opslagen pieken en dalen). Optioneel is daarna de oprichting van een vehikel om deze wensen te vervullen. Mogelijk is dat een energie bank of een energiebedrijf.

Een bredere kijk levert meer energie!