Stilstand bij veel initiatieven voor zonnevelden en windparken in Utrecht

20 februari 2020

Stilstand bij veel initiatieven voor zonnevelden en windparken in Utrecht

Uit onderzoek van de Natuur en Milieufederatie Utrecht (NMU) blijkt dat in de provincie Utrecht tenminste 96 initiatieven bestaan voor het oprichten van zonnevelden en windparken. Samen zijn deze initiatieven goed voor een opwekcapaciteit van naar schatting 1,6 TWh; voldoende om alle huishoudens in de provincie Utrecht van groene stroom te voorzien. Dit ligt dicht in de buurt van de hoeveelheid duurzame energie die de provincie over tien jaar moet opwekken in het kader van het Klimaatakkoord. Helaas liggen veel projecten nog stil doordat gemeenten nog geen beleid hebben of omdat zonnevelden of windparken worden uitgesloten. In de helft van de gemeenten wordt geen enkele aanvraag in behandeling genomen. Door op korte termijn een toetsingskader voor zonneparken vast te stellen, kunnen deze gemeenten nog voorkomen dat de omslag naar schone energie onnodig in gevaar komt.

Nederland loopt in vergelijking met andere Europese landen nog altijd dramatisch achter met het opwekken van schone energie. Het klimaatakkoord moet daar verandering in brengen. Ook de 26 gemeenten uit de provincie Utrecht moeten aan de productie van schone energie hun steentje bijdragen. Joris Hogenboom, directeur van de NMU: “Het is goed nieuws dat er volop initiatieven zijn voor de opwek van echte schone energie in de provincie Utrecht. Dat is een gouden kans voor de gemeenten in Utrecht om hun doelen te halen, mits het zorgvuldig gebeurt.

Randvoorwaarden

Die zorgvuldigheid is belangrijk om de steun van inwoners van de provincie te krijgen en te houden voor duurzame energieprojecten. Hogenboom: “Uitgangspunten zijn daarbij dat omwonenden nauw betrokken zijn bij de planning en exploitatie van deze projecten en dat de omgeving ook financieel profiteert. De natuur moet erop vooruit gaan, en het project moet goed zijn ingepast in het landschap. Alleen met die randvoorwaarden behouden we draagvlak en halen we de doelen voor duurzame energie.”

Kans moet gegrepen worden

Uit het onderzoek blijkt dat de helft van de gemeenten in de provincie Utrecht op dit moment geen vergunningsaanvragen voor zonneparken in behandeling neemt. De gemeenten overleggen wel over mogelijkheden om met zonneparken en windparken voldoende stroom op te wekken, om zo te komen tot Regionale Energie Strategieën. Dat ondertussen de deur dicht zit voor nieuwe initiatieven, vindt Hogenboom onverstandig: “Gemeenten zouden deze kans moeten grijpen nu initiatiefnemers staan te trappelen om aan de slag te gaan. De goede initiatieven moeten niet in de wachtkamer zitten, maar ruim baan krijgen.” De NMU heeft een pluim voor de koplopers in de provincie. In Wijk bij Duurstede, Bunnik en Houten zijn duidelijke kaders voor de aanleg van zonnevelden. Initiatiefnemers kunnen daar met hun plannen terecht. Andere gemeenten kunnen met het beleid en de communicatie door die gemeenten hun voordeel doen.

De juiste locatie

Productieve landbouwgrond werd in het onderzoek het meest genoemd als potentiële locatie voor een nieuw energieproject. NMU pleit ervoor om eerst te kijken naar andere locaties, die minder impact hebben op het landschap en de voedselproductie. Voorbeelden hiervan zijn braakliggende terreinen en bij bestaande infrastructuur. Met de Constructieve Zonneladder rijkt NMU een methode aan om goede locaties voor zonnevelden voorrang te geven.

Een goed begin

Bij bijna de helft van de initiatieven in het onderzoek is nu een energiecoöperatie betrokken. Hogenboom: “Dat is een goed begin, maar dat aantal moet nog flink omhoog. Alleen zo creëren we breed draagvlak voor de energietransitie.” De NMU ondersteunt energiecoöperaties daarom bij het opzetten van projecten voor zonnevelden of windparken. De NMU adviseert ook gemeenten en projectontwikkelaars om wind- en zonneparken op verantwoorde wijze te ontwikkelen.