Energietransitie in het landschap: Waarom moeilijk doen als het samen kan

14 maart 2016

Energietransitie in het landschap: Waarom moeilijk doen als het samen kan

De transitie naar duurzame vormen van energieopwekking staat volop in de belangstelling. Bewoners staan op om zelf, of in collectief verband, initiatieven te ontwikkelen. Ook projectontwikkelaars kloppen met plannen aan bij overheden. Gemeenten en provincies stimuleren dit maar zoeken tegelijkertijd naar een goede balans met de kwaliteit van de leefomgeving. Energietransitie betekent ook een transitie van het landschap.

160310-Symposium Energietransitie in het landschap NMG
Een gemêleerd gezelschap van 175 man nam deel aan het symposium Energietransitie in het landschap in het Gasuniegebouw

De noordelijke Natuur en Milieufederaties, IVN en Libau organiseerden donderdag een praktijkexcursie en aansluitend een symposium waarin zij inwoners, maatschappelijke organisaties, bestuurders en ambtenaren uit Noord-Nederland meenamen in de steeds urgentere discussie over de inpassing van energie in het landschap.

Anneke Schäfer, directeur Natuur en Milieufederatie Groningen, wijst op de protesten rond een aantal windparken in Noord-Nederland: “Deze plannen zijn opgedrongen aan de omwonenden. Zij zijn niet of te laat betrokken bij de planvorming. Draagvlak voor de plannen ontbreekt. Hier hebben we van geleerd. Willen we deze situatie voorkomen dan moeten we aan de voorkant gezamenlijk een aantal uitgangspunten bepalen. Het symposium draagt hieraan bij.”

Van meet af aan heeft energiewinning onze leefomgeving veranderd. Ontbossing, veenontginning en winning van gas en olie hebben hun sporen nagelaten. Momenteel bouwen we aan een nieuw energielandschap met onder andere windmolens en zonneweides. De energieopwekking wordt hiermee meer lokaal en zichtbaarder in het landschap. Dit levert discussies op over welke energiebronnen waar wel en waar niet ingezet kunnen worden en onder welke voorwaarden.

Whisky
Wim van Gemert, lector energietransitie aan de Hanzehogeschool, vergelijkt tijdens het symposium de rol van het Groningse gasveld in de transitie naar een duurzame energievoorziening met een goede fles whisky: je haalt hem alleen bij bijzondere gelegenheden uit de kast. Dit werd onderschreven door Christian Zuidema docent en onderzoeker aan de faculteit ruimtelijke wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen: “Als we in dit tempo doorgaan met het verstoken en verkopen van ons gas, is die fles whisky binnen 20 jaar leeg. Met een kater van de aardbevingen op de koop toe”.

Samen
Daarnaast concludeerden de deelnemers aan het symposium dat de energietransitie vanwege de schaal en omvang, effect zal hebben op onze leefomgeving en het landschap. Daarom moeten Rijk en provincies gezamenlijk werken aan een visie op energietransitie in ons landschap. Waar past het en op welke schaal? Een goed ontwerp is vaak het halve werk. De Provincie Fryslân doet dit in de ‘werkplaats energie’ met omwonenden zelf. Het is belangrijk dat de directe omgeving meeprofiteert van duurzame energieprojecten, onder meer in de opbrengsten en door een toename van de lokale werkgelegenheid.

Crisis
Tijdens het symposium werd de urgentie van de energietransitie en de noodzaak van een gezamenlijke aanpak breed onderschreven. Groningse ‘energiegedeputeerde’ Nienke Homan vatte dit als volgt samen: ‘Het is al crisis. We hebben aardbevingen in Groningen. Nederland is na Malta het slechtste jongetje van de klas als het gaat om opwekking van duurzame energie. We moeten nog heel hard aan de slag om onze duurzame doelstellingen te halen. En dit moeten we samen doen. Samen met en voor de inwoners. Ook als het gaat om inpassing in het landschap.”

Excursie praktijksituaties
160310-Excursie EnergielandschappenVoorafgaand aan het symposium werd tijdens een excursie een aantal praktijkvoorbeelden bezocht. Zo stonden het zonnepaneelveld Vriezerbrug, het grootschalige windpark bij Delfzijl en de innovatieve kleinschalige houten windmolens van EAZ in Schildwolde op het programma. Dit programma bracht de kansen en spanningen tussen energieopbrengsten en landschap helder in beeld. Theo Hoek, directeur Libau, benadrukt de noodzakelijkheid van de juiste schaal en maat bij de inpassing van energievoorzieningen. “Kleine windturbines en zonnepaneelvelden zijn goed inpasbaar in het kleinschalige cultuurlandschap. Grote windturbines en zonnepaneelvelden niet. Daartoe moet het cultuurlandschap ingrijpend getransformeerd worden. Een ontwerpvraagstuk die een herijking van waarden noodzaakt”.